Zacharia 11:2-4 Statenvertaling (SV1750)

2. Huilt, gij dennen! dewijl de cederen gevallen zijn, dewijl die heerlijke bomen verwoest zijn; huilt, gij eiken van Basan! dewijl het sterke woud nedergevallen is.

3. Er is een stem des gehuils der herderen, dewijl hun heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der jonge leeuwen, dewijl de hoogmoed van de Jordaan verwoest is.

4. Alzo zegt de HEERE, mijn God: Weidt deze slachtschapen.

Zacharia 11