5. Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds.
6. Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.
7. De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.
8. Verhef ze, en zij zal u verhogen; zij zal u vereren, als gij haar omhelzen zult.
9. Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.
10. Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.
11. Ik onderwijs u in den weg der wijsheid; ik doe u treden in de rechte sporen.
12. In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.