16. Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten.
17. Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden.
18. De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.