Spreuken 19:27-29 Statenvertaling (SV1750)

27. Laat af, mijn zoon, horende de tucht, af te dwalen van de redenen der wetenschap.

28. Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in.

29. Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.

Spreuken 19