Spreuken 10:18-23 Statenvertaling (SV1750)

18. Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.

19. In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen weerhoudt, is kloek verstandig.

20. De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig waard.

21. De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

22. De zegen des HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij.

23. Het is voor den zot als spel schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.

Spreuken 10