Psalmen 68:11-16 Statenvertaling (SV1750)

11. (68:12) De HEERE gaf te spreken; der boodschappers van goede tijdingen was een grote heirschaar.

12. (68:13) De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg; en zij, die te huis bleef, deelde den roof uit.

13. (68:14) Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, zo zult gij toch worden als vleugelen ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud.

14. (68:15) Als de Almachtige de koningen daarin verstrooide, werd zij sneeuwwit als op Zalmon.

15. (68:16) De berg Basan is een berg Gods; de berg Basan is een bultige berg.

16. (68:17) Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Dezen berg heeft God begeerd tot Zijn woning; ook zal er de HEERE wonen in eeuwigheid.

Psalmen 68