8. (6:9) Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
9. (6:10) De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen.
10. (6:11) Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden.