5. (57:6) Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.
6. (57:7) Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden ingevallen. Sela.
7. (57:8) Mijn hart is bereid, o God! mijn hart is bereid; ik zal zingen, en psalmzingen.