Psalmen 38:15-19 Statenvertaling (SV1750)

15. (38:16) Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!

16. (38:17) Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.

17. (38:18) Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.

18. (38:19) Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.

19. (38:20) Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.

Psalmen 38