Psalmen 119:120-124 Statenvertaling (SV1750)

120. Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.

121. Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.

122. Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.

123. Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.

124. Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.

Psalmen 119