116. Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.
117. Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.
118. Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.