Psalmen 106:35-39 Statenvertaling (SV1750)

35. Maar zij vermengden zich met de heidenen, en leerden derzelver werken.

36. En zij dienden hun afgoden, en zij werden hun tot een strik.

37. Daarenboven hebben zij hun zonen en hun dochteren den duivelen geofferd.

38. En zij hebben onschuldig bloed vergoten, het bloed hunner zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaan hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden is ontheiligd geworden.

39. En zij ontreinigden zich door hun werken, en zij hebben gehoereerd door hun daden.

Psalmen 106