27. En zij verreisden van Tachath, en legerden zich in Tharah.
28. En zij verreisden van Tharah, en legerden zich in Mithka.
29. En zij verreisden van Mithka, en legerden zich in Hasmona.
30. En zij verreisden van Hasmona, en legerden zich in Moseroth.
31. En zij verreisden van Moseroth, en legerden zich in Bene-jaakan.
32. En zij verreisden van Bene-jaakan, en legerden zich in Hor-gidgad.