9. En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot den var, twee tienden tot den enen ram;
10. Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe;
11. Een geitenbok ten zondoffer, behalve het zondoffer der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.
12. Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren.