28. Toen nam Balak Bileam mede tot de hoogte van Peor, die tegen de woestijn ziet.
29. En Bileam zeide tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen.
30. Balak nu deed, gelijk als Bileam gezegd had; en hij offerde een var en een ram op elk altaar.