Mattheüs 26:74-75 Statenvertaling (SV1750)

74. Toen begon hij zich te vervloeken, en te zweren: Ik ken den Mens niet.

75. En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.

Mattheüs 26