Mattheüs 22:35-38 Statenvertaling (SV1750)

35. En een uit hen, zijnde een wetgeleerde, heeft gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende:

36. Meester! welk is het grote gebod in de wet?

37. En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.

38. Dit is het eerste en het grote gebod.

Mattheüs 22