1. En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan den Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen:
2. Gaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij.
3. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden.