Markus 14:45-48 Statenvertaling (SV1750)

45. En als hij gekomen was, ging hij terstond tot Hem, en zeide: Rabbi, en kuste Hem.

46. En zij sloegen hun handen aan Hem, en grepen Hem.

47. En een dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende, sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn oor af.

48. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zijt gij uitgegaan, met zwaarden en stokken, als tegen een moordenaar, om Mij te vangen?

Markus 14