Lukas 14:23-27 Statenvertaling (SV1750)

23. En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde;

24. Want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren, mijn avondmaal smaken zal.

25. En vele scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende, zeide tot hen:

26. Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.

27. En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn.

Lukas 14