4. Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg.
5. En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede zij dezen huize!
6. En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zo zal uw vrede tot u wederkeren.