1. En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende tot hen:
2. Spreekt tot de kinderen Israels, zeggende: Dit is het gedierte, dat gij eten zult uit alle beesten, die op de aarde zijn.
3. Al wat onder de beesten den klauw verdeelt, en de kloof der klauwen in tweeen klieft, en herkauwt, dat zult gij eten.