28. En Hazar-sual, en Beer-seba, en Biz-jotheja,
29. Baala, en Ijim, en Azem,
30. En Eltholad, en Chesil, en Horma,
31. En Ziklag, en Madmanna, en Sanzanna,
32. En Lebaoth, en Silhim, en Ain, en Rimmon. Al deze steden zijn negen en twintig en haar dorpen.
33. In de laagte zijn: Esthaol, en Zora, en Asna,
34. En Zanoah, en En-gannim, Tappuah, en Enam,
35. Jarmuth, en Adullam, Socho en Azeka,
36. En Saaraim, en Adithaim, en Gedera, en Gederothaim; veertien steden en haar dorpen.
37. Zenan, en Hadasa, en Migdal-gad,
38. En Dilan, en Mizpa, en Jokteel,
39. Lachis, en Bozkath, en Eglon,
40. En Chabbon, en Lahmas, en Chitlis,
41. En Gederoth, Beth-dagon, en Naama, en Makkeda; zestien steden en haar dorpen.
42. Libna, en Ether, en Asan,
43. En Jiftah, en Asna, en Nezib,
44. En Kehila, en Achzib, en Mareza; negen steden en haar dorpen;
45. Ekron, en haar onderhorige plaatsen, en haar dorpen.
46. Van Ekron, en naar de zee toe; alle, die aan de zijde van Asdod zijn, en haar dorpen;
47. Asdod, haar onderhorige plaatsen en haar dorpen; Gaza, haar onderhorige plaatsen en haar dorpen, tot aan de rivier van Egypte; en de grote zee, en haar landpale.
48. Op het gebergte nu: Samir, en Jatthir, en Socho,