Job 9:3-14 Statenvertaling (SV1750)

3. Zo Hij lust heeft, om met hem te twisten, niet een uit duizend zal hij Hem beantwoorden.

4. Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem verhard, en vrede gehad?

5. Die de bergen verzet, dat zij het niet gewaar worden, Die ze omkeert in Zijn toorn;

6. Die de aarde beweegt uit haar plaats, dat haar pilaren schudden;

7. Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren;

8. Die alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der zee;

9. Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden;

10. Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen kan.

11. Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken.

12. Zie, Hij zal roven, wie zal het Hem doen wedergeven? Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?

13. God zal Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige helpers.

14. Hoeveel te min zal ik Hem antwoorden, en mijn woorden uitkiezen tegen Hem?

Job 9