12. Als het nog in zijn groenigheid is, hoewel het niet afgesneden wordt, nochtans verdort het voor alle gras.
13. Alzo zijn de paden van allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars zal vergaan.
14. Van denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen zal zijn een huis der spinnekop.
15. Hij zal op zijn huis leunen, maar het zal niet bestaan; hij zal zich daaraan vasthouden, maar het zal niet staande blijven.
16. Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten gaan over zijn hof uit.