30. Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij.
31. Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede.
32. Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod door dengene, die tussen doorkomt.
33. Daarvan verkondigt Zijn geklater, en het vee; ook van den opgaanden damp.