1. Verder antwoordde Elihu, en zeide:
2. Hoort, gij wijzen, mijn woorden, en gij verstandigen, neigt de oren naar mij.
3. Want het oor proeft de woorden, gelijk het gehemelte de spijze smaakt.
4. Laat ons kiezen voor ons, wat recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is.