Job 27:10-14 Statenvertaling (SV1750)

10. Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?

11. Ik zal ulieden leren van de hand Gods; wat bij den Almachtige is, zal ik niet verhelen.

12. Ziet, gij zelve allen hebt het gezien; en waarom wordt gij dus door ijdelheid verijdeld?

13. Dit is het deel des goddelozen mensen bij God, en de erve der tirannen, die zij van den Almachtige ontvangen zullen.

14. Indien zijn kinderen vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten zullen van brood niet verzadigd worden.

Job 27