Job 21:33-34 Statenvertaling (SV1750)

33. De kluiten des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen getal.

34. Hoe vertroost gij mij dan met ijdelheid, dewijl in uw antwoorden overtreding overig is?

Job 21