Jesaja 28:7-9 Statenvertaling (SV1750)

7. En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van sterken drank; zij dwalen in het gezicht; zij waggelen in het gericht.

8. Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is.

9. Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten?

Jesaja 28