Jeremia 48:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt.

2. Moabs roem van Hesbon is er niet meer; zij hebben kwaad tegen haar gedacht, zeggende: Komt, en laat ons haar uitroeien, dat zij geen volk meer zij; ook gij, o Madmen! zult nedergehouwen worden, het zwaard zal achter u heengaan.

3. Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk!

4. Moab is verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen.

Jeremia 48