Jeremia 30:12-16 Statenvertaling (SV1750)

12. Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw plage is smartelijk.

13. Er is niemand, die uw zaak oordeelt, aangaande het gezwel; gij hebt geen heelpleisters.

14. Al uw liefhebbers hebben u vergeten, zij vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen met eens vijands plage, met de kastijding eens wreden; om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn.

15. Wat krijt gij over uw breuk, dat uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan.

16. Daarom, allen, die u opeten, zullen opgegeten worden, en al uw wederpartijders, zij allen zullen gaan in gevangenis; en die u beroven, zullen ter beroving zijn, en allen, die u plunderen, zal Ik ter plundering overgeven.

Jeremia 30