Jeremia 18:3-6 Statenvertaling (SV1750)

3. Zo ging ik af in het huis des pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven.

4. En het vat, dat hij maakte, werd verdorven, als leem, in de hand des pottenbakkers; toen maakte hij daarvan weder een ander vat, gelijk als het recht was in de ogen des pottenbakkers te maken.

5. Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

6. Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze pottenbakker, o huis Israels? spreekt de HEERE; ziet, gelijk leem in de hand des pottenbakkers, alzo zijt gijlieden in Mijn hand, o huis Israels!

Jeremia 18