Genesis 35:22-28 Statenvertaling (SV1750)

22. En het geschiedde, als Israel in dat land woonde, dat Ruben heenging, en lag bij Bilha, zijns vaders bijwijf; en Israel hoorde het. En de zonen van Jakob waren twaalf.

23. De zonen van Lea waren: Ruben, Jakobs eerstgeborene, daarna Simeon, en Levi, en Juda, en Issaschar, en Zebulon.

24. De zonen van Rachel: Jozef en Benjamin.

25. En de zonen van Bilha, Rachels dienstmaagd: Dan en Nafthali.

26. En de zonen van Zilpa, Lea's dienstmaagd: Gad en Aser. Deze zijn de zonen van Jakob, die hem geboren zijn in Paddan-aram.

27. En Jakob kwam tot Izak, zijn vader, in Mamre, te Kirjath-arba, hetwelk is Hebron, waar Abraham als vreemdeling had verkeerd, en Izak.

28. En de dagen van Izak waren honderd jaren, en tachtig jaren.

Genesis 35