Genesis 21:24-28 Statenvertaling (SV1750)

24. En Abraham zeide: Ik zal zweren.

25. En Abraham berispte Abimelech ter oorzake van een waterput, die Abimelechs knechten met geweld genomen hadden.

26. Toen zeide Abimelech: Ik heb niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het mij niet aangezegd, en ik heb er ook niet van gehoord, dan heden.

27. En Abraham nam schapen en runderen, en gaf die aan Abimelech; en die beiden maakten een verbond.

28. Doch Abraham stelde zeven ooilammeren der kudde bijzonder.

Genesis 21