Ezra 2:49-54 Statenvertaling (SV1750)

49. De kinderen van Uza, de zonen van Paseah, de kinderen van Bezai;

50. De kinderen van Asna, de kinderen der Mehunim, de kinderen der Nefusim;

51. De kinderen van Bakbuk, de kinderen van Hakufa, de kinderen van Harhur;

52. De kinderen van Bazluth, de kinderen van Mehida, de kinderen van Harsa;

53. De kinderen van Barkos, de kinderen van Sisera, de kinderen van Thamah;

54. De kinderen van Neziah, de kinderen van Hatifa.

Ezra 2