Ezra 10:37-44 Statenvertaling (SV1750)

37. Mattanja, Mathnai, en Jaasai,

38. En Bani, en Binnui, Simei,

39. En Selemja, en Nathan, en Adaja,

40. Machnadbai, Sasai, Sarai,

41. Azareel, Selemja, Semarja,

42. Sallum, Amarja, Jozef.

43. Van de kinderen van Nebo: Jeiel, Mattithja, Zabad, Zebina, Jaddai, en Joel, Benaja.

44. Alle dezen hadden vreemde vrouwen genomen; en sommigen van hen hadden vrouwen, waarbij zij kinderen gekregen hadden.

Ezra 10