15. Zo wie zijn vader of zijn moeder slaat, die zal zekerlijk gedood worden.
16. Verder, zo wie een mens steelt, hetzij dat hij dien verkocht heeft, of dat hij in zijn hand gevonden wordt, die zal zekerlijk gedood worden.
17. Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood worden.
18. En wanneer mannen twisten, en de een slaat den ander met een steen, of met een vuist, en hij sterft niet, maar valt te bedde;