1. Dit nu zijn de namen der zonen van Israel, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen er in, elk met zijn huis.
2. Ruben, Simeon, Levi, en Juda;
3. Issaschar, Zebulon, en Benjamin;
4. Dan en Nafthali, Gad en Aser.
5. Al de zielen nu, die uit Jakobs heup voortgekomen zijn, waren zeventig zielen; doch Jozef was in Egypte.