Deuteronomium 18:4-7 Statenvertaling (SV1750)

4. De eerstelingen van uw koren, van uw most en van uw olie, en de eerstelingen van de beschering uwer schapen zult gij hem geven;

5. Want de HEERE, uw God, heeft hem uit al uw stammen verkoren, dat hij sta, om te dienen in den Naam des HEEREN, hij en zijn zonen, te allen dage.

6. Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte zijner ziel, tot de plaats, die de HEERE zal hebben verkoren;

7. En hij dienen zal in den Naam des HEEREN, zijns Gods, als al zijn broederen, de Levieten, die aldaar voor het aangezicht des HEEREN staan;

Deuteronomium 18