2 Koningen 12:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. In het zevende jaar van Jehu werd Joas koning, en regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zibja van Ber-seba.

2. En Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al zijn dagen, in dewelke de priester Jojada hem onderwees.

3. Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten.

4. En Joas zeide tot de priesteren: Al het geld der geheiligde dingen, dat gebracht zal worden in het huis des HEEREN, te weten het geld desgenen, die overgaat tot de getelden, het geld van een ieder der personen naar zijn schatting, en al het geld, dat in ieders hart komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN,

2 Koningen 12