1 Thessalonicenzen 2:1-3 Statenvertaling (SV1750)

1. Want gij weet zelven, broeders, onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest;

2. Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben wij nochtans vrijmoedigheid gebruikt in onzen God, om het Evangelie van God tot u te spreken in veel strijds.

3. Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding, noch uit onreinigheid, noch met bedrog;

1 Thessalonicenzen 2