15. De kinderen van Mozes waren Gersom en Eliezer.
16. Van de kinderen van Gersom was Sebuel het hoofd.
17. De kinderen van Eliezer nu waren dezen: Rehabja het hoofd; en Eliezer had geen andere kinderen, maar de kinderen van Rehabja vermeerderden ten hoogste.
18. Van de kinderen van Jizhar was Selomith het hoofd.
19. Aangaande de kinderen van Hebron: Jeria was het hoofd, Amarja de tweede, Jahaziel de derde, en Jekameam de vierde.
20. Aangaande de kinderen van Uzziel: Micha was het hoofd, en Jissia de tweede.
21. De kinderen van Merari waren Maheli en Musi; de kinderen van Maheli waren Eleazar en Kis.
22. En Eleazar stierf, en hij had geen zonen, maar dochters; en de kinderen van Kis, haar broeders, namen ze.
23. De kinderen van Musi waren Maheli, en Eder, en Jeremoth; drie.