Zacharia 4:5-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Toen gaf de engel die met mij sprak, mij ten antwoord: Weet gij niet, wat dit betekent? Ik zeide: Neen, mijn heer.

6. Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen.

7. Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem!

8. En het woord des Heren kwam tot mij:

9. De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft.

10. Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. – Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen.

11. Ik nam het woord en vroeg hem: Wat betekenen deze twee olijfbomen rechts en links van de kandelaar?

Zacharia 4