Spreuken 12:26-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. De rechtvaardige onderkent wie hem kwaad wil doen,maar de weg der goddelozen doet hen dwalen.

27. De trage zal zijn wild niet vangen,maar een kostbare have is het deel van de vlijtige.

28. Op het pad der gerechtigheid is leven,maar de weg der zonde voert ten dode.

Spreuken 12