4. Rijkdom baat niet ten dage des toorns,maar gerechtigheid redt van de dood.
5. De gerechtigheid van de rechtschapene effent zijn weg,maar de goddeloze komt door zijn goddeloosheid ten val.
6. De gerechtigheid der oprechten zal hen redden,maar de trouwelozen worden door hun begeerlijkheid gevangen.
7. Bij de dood van een goddeloos mens vergaat de verwachting,en het verlangen der boosheid gaat teniet.