12. de Sidoniërs, Amalek en Maon, toen zij u verdrukten en gij tot Mij riept?
13. Gij echter hebt Mij verlaten en andere goden gediend; daarom zal Ik u niet meer verlossen.
14. Gaat maar de goden aanroepen, die gij verkozen hebt; laten die u verlossen wanneer gij in benauwdheid zijt.