Psalmen 68:11-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. uw schare zette zich daarin neder,Gij bereiddet het in uw goedheid voor de ellendige, o God.

12. De Here deed het machtwoord weerklinken;de boodschapsters van goede tijding waren een grote schare.

13. De koningen der legerscharen vluchtten, zij vluchtten,en de vrouwe des huizes verdeelde de buit.

14. Laagt gij niet neer tussen de kooien?– de vleugelen der duiven waren overtogen met zilver,haar slagpennen met glanzend goud –

15. toen de Almachtige de koningen uiteendreef,sneeuwde het door haar op de Salmon.

Psalmen 68