Psalmen 45:7-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Uw troon, o God, staat voor altoos en eeuwig,uw koninklijke scepter is een rechtmatige scepter.

8. Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid;daarom heeft, o God, uw God u gezalfdmet vreugdeolie boven uw metgezellen;

9. mirre, aloë en kassia zijn al uw klederen;uit ivoren paleizen verheugt u snarenspel;

10. koningsdochters zijn onder uw geliefden;de gemalin staat aan uw rechterhand in goud van Ofir.

11. Hoor, o dochter, en zie, en neig uw oor,vergeet uw volk en het huis van uw vader,

12. laat de koning uw schoonheid begeren,want hij is uw heer; buig u dus voor hem neder.

13. Dan zoeken, o dochter van Tyrus,de rijksten des volks met geschenken uw gunst.

14. Louter pracht is de koningsdochter daarbinnen,van goudbrokaat is haar kleed;

15. in kleurig geborduurde gewaden wordt zij tot de koning geleid,jonkvrouwen in haar gevolg, haar vriendinnen,worden tot u gebracht;

16. onder vreugde en jubel worden zij binnengeleid,zij komen in des konings paleis.

Psalmen 45