Psalmen 37:31-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

31. de wet van zijn God is in zijn hart,zijn schreden wankelen niet.

32. De goddeloze loert op de rechtvaardigeen zoekt hem te doden;

33. de Here geeft hem in zijn hand niet over,Hij laat niet toe, dat hij veroordeeld wordt,als hij voor het gericht komt.

34. Wacht op de Hereen bewaar zijn weg,dan zal Hij u verhogen om het land te beërven,de uitroeiing van goddelozen zult gij met vreugde zien.

35. Ik zag een goddeloze, een geweldenaar,die zich uitbreidde als een weelderige woekerplant;

36. toen iemand voorbijging, zie, hij was niet meer,ik zocht hem, maar hij was niet te vinden.

Psalmen 37